Bewegen: goed voor je brein
Door de jaren heen heb ik altijd veel gewandeld en dat doe ik nog steeds. Als eigenaar van een hond noodzakelijk, maar ook omdat ik het wandelen prettig vind en mij na een wandeling altijd heel goed voel. Vol energie en toch ontspannen.
En regelmatig wordt een wandeling afgesloten met nieuwe ideeën of ingevingen, waardoor bijvoorbeeld knelpunten op het werk of privé beter verholpen kunnen worden.
Nieuwsgierig geworden naar hoe dit komt ben ik op onderzoek uitgegaan. Zo ontdekte ik dat er inmiddels veel wetenschappelijk onderzoek gedaan is naar de effecten van bewegen op het brein. En wat blijkt; alles vanuit mijn persoonlijke ervaring is wetenschappelijk getoetst en onderbouwd.
Een bekend onderzoeker op dit gebied is Erik Scherder, Professor klinische neuropsychologie. Zijn onderzoeken hebben het volgende inzicht opgeleverd: lichaamsbeweging en cognitieve inspanning doen een beroep op dezelfde circuits in het brein; het betreft dezelfde neurale systemen. Verbindingen tussen hersengebieden waarvan we dachten dat ze alleen bedoeld zijn voor geheugenprocessen, blijken ook belangrijk te zijn voor motorische processen.
Vanuit onderzoek is aangetoond dat wanneer we meer gaan bewegen, vooral de ‘executieve functies’ van onze hersenen verbeteren: het vermogen tot initiatief nemen, zaken plannen, impulsen beheersen en zelfregulatie. Allemaal functies die we nodig hebben om zelfstandig te functioneren.
Eigenlijk weten we allemaal wel dat sporten en bewegen goed is voor je lijf. Maar dat het ook goed is voor onze psychische gezondheid? Dat is dus nog niet bij iedereen bekend. Een groeiende groep mensen past het sporten en bewegen toe in de begeleiding van diverse mensen: ouderen, kinderen, werkenden en werkzoekenden.
We zien ook dat het steeds vaker wordt ingezet als therapeutisch middel. Bij onder andere ADHD, angstklachten, autisme, burn-out, stress en depressies zijn inmiddels positieve resultaten bekend. Dit betekent dat gesprekken en begeleidingstrajecten niet meer alleen aan tafel vanuit de stoel plaatsvinden, maar dat dit steeds vaker gecombineerd wordt met letterlijk in beweging komen.
Voor mij persoonlijk is het aangetoonde effect in ieder geval de reden dat ik in mijn werk niet alleen ruimte maak voor gesprekken aan tafel, maar ook buiten, wandelend. Beweging veroorzaken door inzicht te geven, niet alleen via assessments en gesprekken, maar ook door letterlijk te bewegen.
Zeker in de eerste weken van een traject, waarin de richting nog niet geheel duidelijk is, is een coach wandeling van toegevoegde waarde.
Letterlijk alles loslaten, naar buiten en gedachten de vrije loop laten. Elkaar niet aankijken, gewoon hardop denken. En omdat ik ernaast loop, kan ik meedenken.
Dit levert nieuwe inzichten op die goed van pas komen. Zo lukt het om van binnen te gaan bewegen om zelf tot andere keuzes te komen.
Een mooi inzicht over het wandelen is beschreven door Frédéric Gros, Frans filosoof:
Daarmee wil ik niet zeggen dat je al wandelend jezelf zult ontmoeten, alsof het erom zou gaan jezelf terug te vinden, je van allerlei vroegere vervreemding te bevrijden, en je eigen ik, je verloren identiteit te heroveren. Onder het wandelen
ontsnap je juist aan het hele idee van identiteit, aan de verleiding iemand te zijn, een naam en een geschiedenis te hebben. Iemand zijn, dat is mooi voor mondaine avondjes waarop iedereen over zichzelf vertelt, dat is mooi voor de divan van de psycholoog.
Maar is iemand zijn niet ook een sociale verplichting die ons vast kluistert (omdat we ons gedwongen voelen te voldoen aan het portret van onszelf ), een dom verzinsel dat op onze schouders drukt? De vrijheid tijdens het wandelen is dat je niemand bent, omdat het lichaam dat wandelt geen geschiedenis bezit, alleen een oeroude levensstroom.
Bron: Het fitte brein: Professor Dr. Erik Scherder
Wandelen, een filosofische gids van Frédéric Gros